“En met alle verschillen tussen de mensen die er zijn, gasten én vrijwilligers, is het haast alsof je thuiskomt.“

Ze klaagt niet en ze heeft er ook een hekel aan als anderen dat doen, maar ze vindt het wel heel erg fijn dat ze bij Oase haar verhaal kwijt kan. Gewoon een spelletje doen met een paar andere gasten vindt ze ook leuk. Ze komt wel twee keer in de week en eens in de maand maakt ze gebruik van de gelegenheid om er te lunchen. Dan neemt ze een paar mensen uit haar flat mee.

Ze woont in Heelsum en na de dood van haar man kwam ze bij Oase terecht. In de loop van de tijd is Oase voor haar een echte oase geworden, een plek in een woestijn waar het groen wordt door het water dat de bodem voedt. Ze was en is vaak eenzaam na de dood van haar man die lange tijd ziek was. In de lokale krant las ze over Oase en ze ging er maar eens heen om niet alleen thuis te hoeven zitten en omdat ze aanspraak wilde. Bij Oase ontmoet ze allerlei verschillende mensen en kan ze nu eens met die en dan eens met die praten, of een spelletje doen.

Aanvankelijk wilde ze zelf vrijwilliger worden. Helaas lukte dat niet. Ze wil praten en daar had ze als vrijwilliger geen tijd voor. Ze was te veel bezig met koffie en thee zetten en het de gasten naar de zin maken. Dat was niet echt wat ze zocht, want ja, ze heeft veel meegemaakt in haar leven. Narigheid die al in haar vroege jeugd begon, waardoor ze als kind op straat leefde. Ze ontwikkelde een levenshouding en manieren van doen waar niet iedereen zomaar mee uit de voeten kan. Dat geeft wel eens wat wrevel, ook hier bij Oase. Maar er is altijd wel een vrijwilliger bij die het gesprek aan tafel in goede banen kan leiden.

Er is ook een vrijwilliger die aan haar ziet wanneer er iets met haar is. Waar hij dat dan aan ziet kan ze niet zeggen: “hij ziet het gewoon!”. Soms neemt hij haar even apart. Nodigt haar uit haar verhaal te vertellen en hij luistert. Hij heeft belangstelling en is geduldig. Ze voelt zich gehoord. En hij luistert niet alleen, hij stelt ook vragen die haar aan het denken zetten. Daardoor realiseert ze zich dat ze dingen ook anders kan doen, of anders kan zeggen. Hij haalt dingen bij haar naar boven…! En als je haar vraagt hoe hij dat doet zou ze je dat niet kunnen vertellen. Maar als ze even te diep in de put zit komt ze niet, dan wil ze zichzelf eerst weer een beetje herpakken.

Op sommige momenten wordt een groepsgesprek meer gestuurd, dan gaat het over een thema: over het geloof, het werk, je jeugd…. Ieder heeft een eigen verhaal. En wat het mooie is: je krijgt ook meer begrip voor anderen doordat je meer over elkaars achtergrond hoort. Ze zou het nog wel eens in de groep willen hebben over ‘alleen zijn’. Maar het moet ook niet altijd zwaar zijn. Luchtigheid kan ook fijn zijn.

Haar kring is groter geworden en heel soms komt ze bij andere gasten thuis om een spelletje te doen. Als Oase vaker open was zou ze zeker vaker komen; voor de gezelligheid en om even met anderen te praten. En met alle verschillen tussen de mensen die er zijn, gasten én vrijwilligers, is het haast alsof je thuiskomt. Ieder heeft een eigen wijze van doen, eigen wensen en iedereen mag er zijn. En dat is net als thuis. 

Dit verhaal is gepubliceerd in “Een Boekje Open over Oase Oosterbeek”, Auteurs Eveline Bolt en Hans Lammers, Fotografie Arnaud Mooij, verkrijgbaar in boekhandel Meijer & Siegers in Oosterbeek.