“Ja, het is een mooie plek voor mensen die eenzaam zijn”

“We beginnen met een soepje, dan een warm gerechtje, bijvoorbeeld een pasteitje, en tot slot sandwiches en een lekker toetje”. Zo introduceert hij elke maand de  lunch die hij bij Oase klaarmaakt voor de gasten die zich er voor opgegeven hebben. Hij is een man met een brede ervaring in de Oosterbeekse horeca. Vanuit Oosterbeek was hij met zijn vrouw verhuisd naar Doorwerth. Daar overleed zijn vrouw en dat sloeg een enorm gat in zijn leven. Hij wilde terug naar Oosterbeek en via vrijwilligerswerk een nieuwe nuttige tijdsbesteding vinden. Hij ging koken voor daklozen in Arnhem en werd na verloop van tijd door Hans gevraagd of hij bij Oase zijn horeca-ervaring wilde inzetten en wilde helpen bij de inrichting van Oase. Door de gesprekjes die ze hadden in de auto werd het idee geboren voor een maandelijkse lunch voor gasten. En sinds de start van Oase verzorgt hij samen met een andere vrijwilliger deze lunch voor meestal wel een dikke twintig gasten. Ook houdt hij voorraden koffie, thee en koekjes op peil en komt hij zo nu en dan gewoon voor de gezelligheid. Mocht er een speciale gelegenheid zijn, dan wil hij ook zijn best wel doen. Daarbij krijgt hij veel vrijheid om zelf invulling te geven aan wat hij doet.

Ja, het is een mooie plek voor mensen die eenzaam zijn, een categorie mensen waar hij zichzelf niet toe rekent overigens. Hij denkt dat als Oase vaker open kon zijn er best behoefte zou zijn aan een paar keer per week warm avondeten. Hij ziet het al voor zich: gasten kunnen mee eten en hebben daarna nog wat gezelligheid onder het genot van een kopje koffie. En wat waarschijnlijk ook nog wel leuk zou zijn is af en toe een themamiddag. Dan doorbreek je een beetje de gewoonte van het bij elkaar zitten. Het mag wat hem betreft wel wat actiever worden. Dat kun je ook bereiken door spelletjes te doen als sjoelen en klaverjassen. “Dat moeten we dan een beetje organiseren en er wat omheen breien, een bitterballetje of zo”, zegt de horecaman in hem.

Maar hoe leuk de lunch ook is, je moet het niet te vaak doen, want dan komen er per keer misschien minder gasten en dan heb je te weinig budget om iets moois neer te zetten. Tegelijkertijd moet ervoor gezorgd worden dat er een breder publiek bereikt wordt en niet alleen maar steeds dezelfde mensen komen. Dat lukt misschien als er meer reclame gemaakt wordt. En als er meer mensen gaan komen kan Oase misschien ook vaker open.

Zoals gezegd komt hij soms ook als er geen lunch klaargemaakt moet worden. Niet dat hij niks te doen heeft hoor! Hij is actief bij zijn Vereniging van Eigenaren en bij de Carnavalsvereniging, maar hij vindt het prettig bij Oase. De gezellige sfeer trekt hem en hij vindt het leuk om mensen na verloop van tijd te leren kennen. Het geeft verdere invulling aan zijn leven. En om eerlijk te zijn helpt het toch ook wel een beetje tegen de eenzaamheid die hij als weduwnaar soms ervaart. Hij heeft verder geen hobby’s en wil ook zijn kinderen niet te veel lastigvallen. Net als zijn andere bezigheden doorbreekt een bezoek aan Oase de sleur van alledag een beetje. Het is toch fijn iedere week een paar dagen ergens naar toe te kunnen en Oase is daarin voor hem als vrijwilliger en als gast belangrijk. Wel vindt hij dat er aan tafel niet te zware gesprekken gevoerd moeten worden, die heeft hij thuis al. Als iemand problemen heeft moet dat niet allemaal met elkaar besproken worden, “die kun je in een aparte kamer bespreken met Hans of Dorien”. Hij wil graag ergens binnenlopen waar het wat luchtiger is.

Dit verhaal is gepubliceerd in “Een Boekje Open over Oase Oosterbeek”, Auteurs Eveline Bolt en Hans Lammers, Fotografie Arnaud Mooij, verkrijgbaar in boekhandel Meijer & Siegers in Oosterbeek.