Hij probeert een keer per week met haar naar Oase te komen, maar ze wil niet altijd. Soms is ze niet goed genoeg te pas, dan zit het niet goed in haar hoofd, zegt ze. Hij kent haar van heel vroeger, toen ze als kostganger bij hen in huis woonde. Een leuke, opgewekte vrouw, die een vriendin van de familie werd. Op een gegeven moment verloren ze elkaar uit het oog, maar een goed jaar geleden zocht ze opeens weer contact. Ze woont in een verpleeghuis en hij nam zich voor haar wekelijks te bezoeken. Oase is om de hoek en dat geeft de kans andere mensen te ontmoeten. En als het mooi weer is gaan ze ook wel eens een ijsje eten ergens of gewoon wat wandelen waarbij hij haar rolstoel voortduwt.
Oase biedt haar wat sociaal contact, vertelt hij, ook al zegt ze uit zichzelf niet veel. Als ze ertoe uitgenodigd wordt kan ze wel op haar praatstoel gaan zitten, hoor. Voor hemzelf is Oase soms een rustpunt. Als hij bij haar is en ze wil zelf niet mee, dan gaat hij halverwege middag toch zelf even. Maar meer nog vindt hij het een leuke plek, waar hij mensen kan ontmoeten die allemaal een eigen interessant verhaal meebrengen; mensen die een baan gehad hebben, gereisd hebben, veel meegemaakt hebben in het leven. Die hebben daar veel over te vertellen en zo heeft ook hijzelf een verhaal. Die uitwisseling met allerlei verschillende mensen vindt hij mooi.
Hij heeft er wel ideeën over hoe de vrijwilligers gasten nog meer kunnen uitnodigen om met elkaar in gesprek te gaan over wat ze meegemaakt hebben en hoe ze in het leven staan. Een (vakantie)film laten zien, een maatschappelijk thema op tafel leggen…… Goede gesprekken, waarbij iedereen aan bod komt, komen nu eenmaal niet altijd vanzelf tot stand en dan kan het nodig zijn dat er gestimuleerd wordt door vrijwilligers.
Er zijn best veel gasten met een rugzak als de zijne. Soms kan daar in de groep over gesproken worden, al leggen de meeste gasten hun persoonlijke sores niet zomaar op tafel. Dat hoeft natuurlijk ook niet, daar kunnen ze wellicht beter een één op één gesprek over voeren met elkaar of met een vrijwilliger. Zelf is hij alweer een paar jaar weduwnaar. De problemen die dat met zich meebrengt kunnen niet altijd opgelost worden, die horen nu eenmaal bij het leven. Hij heeft geleerd ze te zien, te erkennen en op een schapje te zetten, zo zegt hij. De problemen verdwijnen er niet mee, maar worden wel hanteerbaar. Met deze ervaring kan hij anderen weer helpen.
Buiten de middagen heeft hij ook wel contact met andere gasten. Zo maakt hij muziek met iemand die toevallig, net als hij de trekzak bespeelt. Soms wil hij ergens naar een voorstelling en koopt hij twee kaartjes, want alleen gaan is niet leuk. Er is altijd wel een gelegenheid iemand vanuit Oase mee te vragen naar de voorstelling en dan gaan ze gezellig met z’n tweeën.
Dit verhaal is gepubliceerd in “Een Boekje Open over Oase Oosterbeek”, Auteurs Eveline Bolt en Hans Lammers, Fotografie Arnaud Mooij, verkrijgbaar in boekhandel Meijer & Siegers in Oosterbeek.