“Oase? Ja, daar kom ik mijn bed wel voor uit”

Onlangs was de burgemeester bij Oase en toen zij hem vroeg of hij graag naar Oase komt antwoordde hij: “Ja, daar kom ik mijn bed wel voor uit”.  Maar toch, volgende week dinsdag kan hij niet naar Oase komen, want dan gaat hij met zijn zus naar een toneelvoorstelling over keizerin Elisabeth bij kasteel Soestdijk. Daar verheugt hij zich erg op.

Hij is iemand die de oorlog als kind meemaakte op Texel, waar hij met zijn zusje vanuit Amsterdam naar toe werd geëvacueerd. Daar was tenminste eten. Hij ging werken als servicemonteur van witgoed en uiteindelijk kwam hij na veel omzwervingen met zijn vrouw in Oosterbeek te wonen. Voor hen een prachtplek, want ze hielden ervan samen te wandelen en de caravan stond op een mooi terrein bij Stroe, niet zo heel ver hier vandaan.

Anderhalf jaar geleden overleed zijn vrouw en hij heeft niet zo heel veel mensen om zich heen. Zijn dochters wonen een eind uit de buurt. Zijn zoon gelukkig wat dichterbij. Die is dan ook, na een thuiszorgorganisatie, de eerste die gewaarschuwd wordt als hij zijn alarmknop gebruikt. Die knop heeft hij gekregen nadat hij een tijdje terug anderhalve dag in zijn huis op de grond had gelegen na een valpartij. Waarschijnlijk door een tia. Hij heeft er gelukkig niets aan overgehouden.

Toen zijn vrouw nog leefde kwam er regelmatig een casemanager van Oranje Nassau’s Oord. Deze man raadde hem na het overlijden van zijn vrouw aan om onder de mensen te blijven. Die had wel goed gezien dat hij niet alleen thuis achter de geraniums moest gaan zitten of alleen in het bos moest gaan wandelen.

Zo kwam hij bij Oase terecht en dat bevalt hem wel. Hij vindt het er gezellig en voelt zich zo geen eenling, ook al is hij vaak op zichzelf. “Je maakt er makkelijk contact”, zegt hij. Hij komt twee middagen in de week, maar de ochtendmogelijkheid laat hij aan zich voorbijgaan. Hij blijft tegenwoordig wat langer in zijn bed liggen, want er is niemand die op hem wacht en vroeg opstaan betekent ook een lange dag. Sinds hij een tijd terug werd uitgenodigd ook aan de maandelijkse lunch mee te doen schrijft hij zich daar wel iedere keer op tijd voor in.     

Bij het bezoek van de burgemeester vertelde hij haar onder meer dat hij een biljart mist. Hij biljart graag en dat kan ook wel bij Oranje Nassau’s Oord, maar hij heeft niet veel zin daarheen te gaan, want dan komt ie weer in een vreemde omgeving.  Hij is nu net blij de drempel genomen te hebben om naar Oase te gaan! Vooral het taalcafé vindt hij hartstikke leuk. Anderen helpen met de Nederlandse taal door onze begrippen uit te leggen en te laten zien dat sommige woorden wel op drie of vier verschillende manieren gebruikt worden. Of hij nu op de dinsdagmiddag bij het taalcafé zit of op de donderdagmiddag bij een ‘gewone’ middag, dat maakt hem daarbij niet uit. Een middag loopt zoals het loopt. De aandacht die er voor elkaar is vindt hij daarbij erg prettig en als er iemand tekort is voor een spelletje dan wil hij ook nog wel eens meedoen.

Dit verhaal is gepubliceerd in “Een Boekje Open over Oase Oosterbeek”, Auteurs Eveline Bolt en Hans Lammers, Fotografie Arnaud Mooij, verkrijgbaar in boekhandel Meijer & Siegers in Oosterbeek.